De duimen zijn boos, ze hebben ruzie.
De wijsvingers vinden elkaar zo lief, ze aaien en knuffelen.
De middelvingers zijn vrolijk, zij vieren feest.
De ringvingers zijn bang, zij willen het liefste bij de pinkjes zijn, dan zijn ze niet alleen.
De pinkjes hebben verdriet, omdat ze altijd de kleinste zijn.
Zo kun je je vingers laten spelen wat je wilt.
Bijvoorbeeld ook door gezichtjes op de vingers te tekenen.
Bron: Hoor je wat ik doe?